Giovanni van Bronckhorst, de voormalige coach van Feyenoord, heeft een unieke ervaring gedeeld met Feyenoord Magazine. Als voetballer maakte hij zijn debuut in de Champions League in 1997 tegen Juventus, waarbij Feyenoord met 5-1 verloor. Van Bronckhorst herinnert zich levendig hoe hij voorafgaand aan die wedstrijd in Turijn liep. Hij zag zichzelf als een jong talent voor de tv zitten toen Ronald Koeman in 1992 de Europacup won met een afstandsschot voor FC Barcelona. Nu, op een septemberavond in 1997, stond hij zelf op het punt om zijn debuut te maken op het hoogste clubniveau. Dit had een diepgaand effect op de jonge speler.
De spanning en opwinding waren voelbaar, maar vooral het gevoel van enthousiasme overheerste. Van Bronckhorst zei tegen zichzelf: "Dit is wat je altijd hebt gewild. Dan moet je er ook dúrven staan." Hij gelooft dat dit de mentaliteit is waarmee de spelers van Feyenoord dit seizoen de Champions League-wedstrijden moeten benaderen. Ze moeten het vertrouwen voelen en het geloof hebben dat ze op dit niveau kunnen meekomen. Ze spelen immers niet voor niets bij de kampioen van Nederland. Geniet van het moment, wees trots wanneer je de hymne van de Champions League hoort, maar laat je niet te veel intimideren door de grote sterren waartegen je zult spelen.
Hoewel Feyenoord die bewuste avond met 5-1 verloor van Juventus, was er een positieve wending twee maanden later. Thuis wonnen ze wel van Juventus, mede dankzij twee doelpunten van spits Julio Ricardo Cruz. Dit illustreert hoe voetballen op dit podium iets bijzonders kan losmaken. Juist omdat het niveau zo hoog is, kunnen spelers zich razendsnel ontwikkelen.
