In de afgelopen periode van wereldwijde onrust hebben talloze Nederlandse voetbalverenigingen een aanzienlijke schuld opgebouwd bij de belastingdienst. Met behulp van een speciale regeling om belastingbetalingen uit te stellen, hebben zij geprobeerd het hoofd boven water te houden. Opvallend genoeg spant PSV de kroon met een indrukwekkende schuld van maar liefst 24,8 miljoen euro bij de fiscus, zo meldt het gerenommeerde Voetbal International.
Maar liefst twintig professionele clubs hebben gebruik gemaakt van deze uitstelregeling. In totaal hebben zij gezamenlijk minstens 89 miljoen euro openstaan bij de belastingdienst, al wordt vermoed dat dit bedrag nog hoger ligt. Voetbal International heeft dit grondig onderzocht. De clubs hebben vijf jaar de tijd gekregen om deze schulden af te lossen. Naast PSV hebben ook Feyenoord (15,3 miljoen euro) en FC Utrecht (15 miljoen euro) aanzienlijke bedragen openstaan bij de fiscus.
Het weekblad benadrukt echter dat de schuldenlast voor clubs als PSV en Feyenoord beter te dragen is dan voor kleinere verenigingen. Zo heeft VVV-Venlo in augustus aangekondigd technisch failliet te zijn als gevolg van de belastingschuld die tijdens de coronacrisis is opgebouwd. Het gaat hier om een bedrag van 3,5 miljoen euro, wat betekent dat de Limburgers maandelijks zestigduizend euro moeten terugbetalen. Helaas beschikt de club niet over voldoende financiële middelen om aan deze verplichting te voldoen.
Ook voor FC Utrecht is deze schuld een zware last. De club moet jaarlijks drie miljoen euro terugbetalen, terwijl zij structureel grote verliezen lijdt door een royaal uitgavenpatroon en een negatief eigen vermogen heeft.
Gelukkig zijn er ook elf clubs die tijdens de pandemie wel hun belastingen hebben betaald, waardoor zij de komende jaren geen financiële erfenis met zich meedragen. Deze clubs zijn Ajax, AZ, Almere City, FC Emmen, SC Heerenveen, Heracles Almelo, RKC Waalwijk, Sparta Rotterdam, FC Volendam, Vitesse en Willem II.
