Sarina Wiegman heeft op donderdagavond opnieuw de prestigieuze titel van Europees Coach van het Jaar gewonnen, dit keer voor het tweede jaar op rij. Ondanks het verlies van de WK-finale met Engeland tegen Spanje (0-1) eerder deze maand, werd Wiegman toch uitgeroepen tot de beste trainer in het vrouwenvoetbal tijdens een ceremonie in Monaco.
Naast Wiegman waren ook Jonatan Giráldez van FC Barcelona en Jorge Vilda, de bondscoach van Spanje, genomineerd voor de prijs. De uitreiking vond plaats tijdens de loting van de Champions League. Wiegman ontving de prijs vanwege het bereiken van de finale met het Engelse damesteam. Het was de eerste keer dat de Lionesses de finale van het WK bereikten.
Wiegman heeft al eerder twee finales bereikt als bondscoach. In 2019 stond ze met de Oranje Leeuwinnen in de finale, maar verloor van de Verenigde Staten (2-0). Desondanks prees Wiegman het Spaanse team tijdens haar dankwoord. Ze droeg de award op aan het team, dat volgens haar voetbal speelde waar iedereen van genoot. Wiegman benadrukte dat er nog veel werk te doen is en dat het Spaanse team gevierd en gehoord moet worden.
Vorig jaar ontving Wiegman ook al de prijs voor beste trainer in het vrouwenvoetbal. Toen won ze het EK met Engeland, wat de eerste prijs was voor de Engelsen op een EK of WK sinds 1966, zowel bij de mannen als de vrouwen.
Naast Wiegman werden ook andere prijzen uitgereikt tijdens de ceremonie. Pep Guardiola werd benoemd tot beste coach bij de mannen, Aitana Bonmatí werd uitgeroepen tot beste speelster en Erling Haaland ontving de prijs voor beste voetballer.