Erik ten Hag heeft afgelopen zaterdag met Manchester United zijn eerste tegenslag van het seizoen moeten incasseren. In een spannende wedstrijd tegen Tottenham Hotspur werd er met 2-0 verloren, ondanks enkele grote kansen voor United.
Ten Hag besloot om dezelfde elf spelers op te stellen als in de wedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers, waarin ze met moeite een 1-0 overwinning behaalden. Antony stond opnieuw aan de aftrap, terwijl Marcus Rashford de aanval leidde. Aan de kant van Tottenham Hotspur kreeg Micky van de Ven weer een kans om zich te bewijzen. Hij zag hoe United na een halfuur spelen bijna een strafschop kreeg na een vermeende handsbal, maar na tussenkomst van de VAR ging deze beslissing niet door.
Na 37 minuten kreeg Bruno Fernandes een enorme kans, maar hij raakte de bal compleet verkeerd met zijn hoofd. Vlak voor rust liet Tottenham Hotspur zich gelden, maar de paal voorkwam een doelpunt van André Onana. Kort na rust wist Pape Sarr echter wel te scoren en bracht daarmee de stand op 1-0 in het voordeel van de thuisploeg.
In de tweede helft slaagde United er, op een kans voor Antony na (die de paal raakte), niet in om veel gevaar te stichten. Tottenham Hotspur was duidelijk de betere ploeg en bepaalde het spelbeeld. Dit resulteerde uiteindelijk in de 2-0 na 83 minuten spelen. Lisandro Martínez speelde hierbij een negatieve rol, aangezien hij de bal ongelukkig in eigen doel tikte na een voorzet van Ben Davies.
Deze klap kwam United niet meer te boven, waardoor ze hun eerste nederlaag van het seizoen moesten incasseren. Tottenham Hotspur en Van de Ven behaalden daarentegen hun eerste overwinning van het seizoen, nadat ze vorige week gelijk speelden tegen Brentford.
